Zeelandia – Part I

ZUIDWESTELIJKE DELTA

Zeelandia grijpt de zeespiegelstijging aan om de ruimtelijke mogelijkheden van de Zuidwestelijke delta te onderzoeken. De monding van ons rivierengebied wordt beschouwd als een ruimtelijk laboratorium voor kennis en kunde in de ruimtelijke ontwikkeling. Ontwerpend onderzoek Zeelandia is een samenwerking tussen Studio Hartzema, FeddesOlthof en Witteveen+Bos, en TU Delft, Deltares, WUR en PBL.

De rivieren van Noordwest-Europa stromen richting de Noordzee. Een grondgebied van 285.000 km2 (7x Nederland) stroomt door ons land. Op piekmomenten wordt ongeveer 20.000m3 water geloosd uit Rijn, Maas en Schelde. Van deze totale hoeveelheid water gaat ongeveer 10% via de IJssel en het IJsselmeer. Het resterende water stroomt door onze grote rivieren. Het overgrote deel bereikt via het Haringvliet en de Nieuwe Waterweg de Noordzee.

De zeespiegelstijging zet deze situatie volledig op zijn kop. De zee komt steeds verder het land in. Een extra complexiteit is dat, om de Rotterdamse haven toekomstbestendig te maken, een kering en een sluis in de Nieuwe Waterweg moeten worden aangelegd. Het rivierwater zal om de haven en de stad moeten worden geleid.  In dit onderzoek zijn drie scenario’s geïdentificeerd om Nederland te beschermen tegen de volle zee, om de rivieren te laten uitstromen en de Rotterdamse haven te laten opereren;

  1. Ophoging, het verhogen van alle bestaande zeebarrières
  2. Zeewaarts, met een buiengaats Valmeer
  3. Superdelta waarin de zee ver het land kan binnendringen.

De drie verschillende waterscenario’s leiden tot verschillende vormen van ruimtelijke ontwikkeling en geven elk op hun eigen manier uitdrukking aan de toekomst van Nederland en specifiek de Zuidwestelijke delta.

Ophoging
De huidige zeeweringen zullen verhoogd worden van de huidige Delta-hoogte (7m + NAP) naar 10m +NAP. Dit deel van de operatie is relatief duidelijk. In de Zuidwestelijke delta zullen de dijken, dammen en keringen over een lengte van ongeveer 100 km verhoogd moeten worden. De bestaande open verbindingen met de zee, de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg moeten worden afgesloten om het achterliggende land te beschermen. De Rotterdamse haven kan blijven functioneren door een sluis in de Nieuwe Waterweg. Door de sluiting van alle estuaria zal op piekmomenten ongeveer 15.000 tot 20.0000 m3/s rivierwater over de dijken ‘gezet’ moeten worden. Daarvoor is het energieverbruik van een miljoen huishoudens nodig. Een hoeveelheid die alleen met een kerncentrale kan worden geleverd. De defensieve aanpak maakt het mogelijk om de status quo in de Zuidwestelijke Delta te handhaven. De scheiding tussen land en zee blijft intact, waarbij de kans op interactie tussen de twee afneemt door zeespiegelstijging. Het landgebruik volgt in dit scenario min of meer het huidige gebruik.

Zeewaarts
Met de aanleg van een Valmeer wordt de oplossing voor de zeespiegelstijging gecombineerd met de operatie voor energietransitie en -opslag. Een 12 meter hoge ringdijk omsluit een groot buitengaats meer. Het Valmeer ligt binnen de Nederlandse wateren en laat de belangrijkste scheepvaartroutes naar de havens ongemoeid. Enerzijds beschermt de nieuwe ringdijk de delta, anderzijds zorgt het voor waterberging bij vloed. Bij eb mondt het meer leeg in zee. Naast gemalen voor extreme situaties bevinden zich in de dijk turbines voor getijdenenergie en zoet-zout osmose. Het Valmeer functioneert als superbatterij die bij overtollige energie vol gepompt kan worden en bij piekvraag leeg kan stromen.
De ecologische verbinding tussen de zee en de rivieren wordt op een technische manier gecreëerd, in geleidelijk brakke overgangsgebieden, zodat vismigratie mogelijk wordt. De hernieuwde verstrengeling van land en zee is de belichaming van techniek en geloof in vooruitgang. Het achterliggende zeeuwse landschap ontzilt bij dit scenario zodat het gebruikt zou kan worden als de nieuwe graanschuur van Europa.

Superdelta
Het Superdelta-scenario is gebaseerd op het openen van de verbindingen met de zee. Langs de grote rivieren worden de dijken verhoogd zodat zee- en rivierwater de ruimte krijgen. Afhankelijk van eb en vloed, stormen en piekafvoeren stroomt de Superdelta vol en leeg. In totaal moeten over een lengte van ongeveer 350km de bestaande dijken verhoogd worden van 7m+NAP naar 10m+NAP. Tussen deze dijken ontstaat een natuurlijk en dynamisch groenblauw waddenlandschap, wetlands van internationaal belang voor vogels, vissen en andere diersoorten. In dit waddenlandschap is ook ruimte voor aquacultuur en andere innovatieve vormen van voedselproductie. De bewoning en het gebruik van dit rivierengebied is beperkt tot plaatsen waar overstromingen kunnen worden opgevangen of door middel van moderne vestingwerken die bij calamiteiten beschermd zijn als eilandjes in het water. Het landschap van de Superdelta is een natuurverschijnsel binnen een steeds meer verstedelijkt Nederland. De oversteek van noord naar zuid doet het besef herleven van de kracht van de natuur en de manier waarop ons land ermee om weet te gaan. Het landgebruik in dit scenario omarmt de nieuwe relatie met de nieuwe natuur. Meebewegen in plaats van tegenbewegen. Een divers landschap, waarin natuur, kleinschalige landbouw, recreatie en adaptief wonen hand in hand gaan. De Delta als het nieuwe nationale park van de Lage Landen.