Ooit een uitgestrekt landgoed, dat als een weelderig opgemaakte fruitschaal, als een land van melk en honing aan de Rijnsburgerweg lag. Daarna vervallen en verminkt, en nu met Nieuweroord hersteld van een historische vergissing. Op één van de meest prestigieuze locaties in de Randstad is een villa herbouwd, geflankeerd door twee vleugels. Op een genereuze manier omarmt het omringende landschap het nieuwe gebouwenensemble dat bestaat uit 87 appartementen - fijne plattegronden met aandacht voor lichtinval, privacy en uitzicht maken iedere woning uniek. De intense relatie met de groene omgeving draagt bij aan de belofte van de architectuur van geluk.
In zijn roman ‘Terug naar Oegstgeest’ brengt Jan Wolkers in 1965 nog eens een bezoek aan het huis van Houtheer, ‘een multimiljonair met een uitgestrekt landgoed, dat aan de Rijnsburgerweg lag als een weelderig versierde fruitschaal, als een land van melk en honing’. Jan Wolkers was hier rond 1940 een tuinjongen toen hij 15, 16 was, gooide brokken brood in de klappende monden van de edele karpers en trok zich af in de kleine houten toiletcabine te midden van trillende kraanvliegen.
De oorsprong van Nieuweroord
De geschiedenis van de locatie begint in 1917 toen A.G. Bosman Rotterdam verliet om 20 hectare grond te kopen in de buurt van Leiden. H.W. Hanrath tekende voor het huis en A.W. Springer voor het ontwerp van de tuin die beiden rond 1920 werden gerealiseerd. Op het uiterste puntje van een oude zandwal, met uitzicht op het Rijndal, werd Nieuweroord gesticht. Een gedifferentieerde bodem van zand, klei en heide vormden de voorwaarden voor de verhoogde ligging van het huis en de indeling van de rijk gevarieerde tuin. Na het overlijden van de pater familias in 1958 werd het huis verkocht, later verlaten en uiteindelijk in 1966 gesloopt. In plaats daarvan werd een 14 verdiepingen tellend flatgebouw voor verpleegkundigen gebouwd en in 1974 geopend.
Herstel van een historische vergissing
2020, de tuin van Springer is inmiddels een geliefd stadsbos, omgedoopt tot Bos van Bosman. Met behoud van de ecologische waarden zoals de rijke flora en fauna, het herstel van de beek, van doorkijken en reliëf is de nu villa steen voor steen herbouwd. Geflankeerd door twee vleugels van vier bouwlagen op een half verzonken parkeergarage. De symmetrie van de villa gelegen aan de halfronde oprijlaan biedt een uitgangspunt voor de bouwmassa met moderne lichtvoetige signatuur. De architectuur en materialisering van de vleugels is ontleend aan het huis waarbij verhoudingen, uitlijningen, materialen en subtiele toonverschillen een doordachte interpretatie laten zien. De vleugels liggend, uitwaaierend, met geprononceerde streklagen, lintvoegen en bandramen, het villa fier rechtop. De villa inspireert en is de kroon op de compositie.
De innige verstrengeling van gebouw en landschap
De vleugels vormen een contramal voor het landschap en maken verschillende groene ruimtes. Door de nieuwbouw in de flanken te plaatsen, blijven de oorspronkelijke zichtlijnen open en krijgt de villa de spilfunctie. De open ruimte heeft de vorm van een zandloper met een smalle doorgang ter plaatse van het landhuis. Het landschap aan de voor- en achterzijde niet bruut gescheiden, maar betekenisvol met elkaar verbonden. Ook op de flanken reiken de vleugels naar het landschap. De uitgerekte en gedifferentieerde contouren van het complex laten daardoor ruimte voor een grootse, individuele beleving van het landschap. Sterker nog, het zorgt ervoor dat bijna alle appartementen van elkaar verschillen. Met royale terrassen en balkons als uitlopers van hun woningen, worden de bewoners de nieuwe landheren van het Bos van Bosman.