Binnen de Zuidwestelijke delta hebben Walcheren en de Bevelanden een geprivilegieerde positie. Midden Zeeland heeft met een afwisseling van grote en kleine kernen, een gevarieerd landschap en een natuurlijke verbondenheid met het vasteland middels snelweg en spoor de vrijheid te bewegen in de gewenste richting. Zeelandia gaat op zoek naar de onderliggende vitale waarden voor de regio om vandaar uit optimistisch de toekomst te benaderen.
Naast al het goede dat de Deltawerken heeft gebracht is tegelijkertijd de sociale, ecologische en agrarische diversiteit aan het wankelen gebracht. Midden Zeeland staat onder druk. Het agrarische landschap met een egalitaire spreiding van kernen heeft in de loop van de tijd gezelschap van monomane domeinen voor bewoning, productie of recreatie. Flora en fauna kwijnen weg door een afnemende waterkwaliteit. De landbouwgronden zuchten onder de verzilting waardoor de traditionele akkerbouw in het gedrang komt en daarmee de innige band tussen de dorpskernen en de omliggende landerijen. De beleving van de seizoenen, de opbrengst van noeste arbeid en de ervaring van een goddelijke voorzienigheid gaven eeuwenlang hun zegen aan het Zeeuwse bestaan. Wat bleef, is de natuurlijke leegte die aantrekkelijk is voor toerisme wat inmiddels de regio overspoelt. Meer recent blijkt de perifere conditie misbruikt te worden voor de aanleg van nationale energievoorzieningen.
En zo heeft Midden-Zeeland de illusie van een vitale landelijke regio lang in stand weten te houden – kleine kernen omringd door agrarische leegte. Maar sluipenderwijs vertonen zich de barsten, als een trage ramp die zich in Midden-Zeeland voltrekt, waarbij infrastructurele werken dominanter worden, de bevolking ouder en de dorpen leger. Door een combinatie van dienstbaarheid, ingetogenheid en verdeeldheid kan de regio niet of nauwelijks weerstand bieden aan de destructieve patronen die zich sluipenderwijs in de regio aftekenen.
Zeelandia kiest voor de toekomst op basis van vitale waarden. Vanuit een breed opgezet literatuuronderzoek is een begrippenkader ontwikkeld dat de vitaliteit en identiteit van de regio beschrijft: gemeenschap, welvaart, natuurlijke bronnen, voedsel, natuur en (historische) continuïteit. Hoe meer deze elementen in elkaar grijpen en elkaar versterken, hoe toekomstbestendiger de regio. Hierbij is (water)veiligheid een basisvoorwaarde.
Voor deze exercitie kiest Zeelandia voor het ‘Superdelta- scenario’ als uitgangspunt. De verbindingen met de zee zijn grotendeels open. Langs de grote rivieren worden de dijken verhoogd, zodat zee- en rivierwater de ruimte krijgen. Afhankelijk van eb en vloed, stormen en piekafvoeren in de rivieren stroomt de superdelta vol en leeg. Een natuurlijk en dynamisch waddenlandschap ontstaat als het nieuwe nationale park van de Lage Landen.
Midden-Zeeland ligt binnen hoge zeedijken aan de Superdelta. Hier wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingen om de regio vitaler en veerkrachtiger te maken. Geen monomane omgevingen meer, maar ‘symbioselandschappen’ waarin steeds weer een andere set vitaliteitswaarden bij elkaar komen. Stakeholders ruilen hun monofunctionele stellingen in voor interactie, innovatie en harmonie. Symbioselandschappen laten nieuwe gradiënten ontstaan met een balans tussen natuurlijke processen en menselijk handelen. Oude patronen worden weer zichtbaar en nieuwe kansen ontstaan. Meer differentiatie in landgebruik, nieuwe vormen van landbouw en bewoning, brede overgangen tussen land en water, en kansen voor biodiversiteit zetten de toon. Stad aan het Sloe is daarvan de bekroning. 50.000 nieuwe Zeeuwen kunnen hier een woning vinden. In een combinatie van woningbouw in stedelijke dichtheid, bedrijvigheid, recreatie en natuurontwikkeling ontstaat een urbaan zwaartepunt aan het spoor. New town Stad aan het Sloe staat symbool voor de veranderingen, groei en demografische verschuivingen die Zeeland doormaakt. Een voorbeeld van synergie en samenhang waarin bestaande waarden en vooruitgang hand in hand gaan. Natuur en cultuur versterken elkaar. Midden Zeeland wordt groter!