Stadsgezicht

Amsterdam

De stad op ooghoogte. We zijn op een ladder tussen de tramrails gaan staan op een hoogte van 2,5m boven de toog van de brug waarmee de Vijzelstraat de Herengracht kruist. Dit bleek de exacte plek waar Gerrit Adriaensz Berckheyde in 1671-72 zijn beroemde schilderij Gezicht op de Gouden Bocht van de Herengracht heeft geschilderd.

Berckheyde heeft bewuste keuzes gemaakt om de aandacht te vestigen op een bijzonder stuk Amsterdam in opbouw, waar de elite op diepe kavels classicistische paleizen liet verrijzen. Geen boot verstoort hier het spiegelbeeld in het water of paard met wagen blokkeert de entrees. Ook de bomen en lantaarnpalen die er toen al hebben gestaan zijn weggelaten op het doek. Een stadsbeeld is terug gebracht tot een uitnodiging en verleiding. Het schilderij vormt een kernachtige samenvatting van een subliem stadsdeel met nog steeds een bijzondere aantrekkingskracht. Als een canvas dat door de gebruikers kan worden ingevuld.

Op uitnodiging van de Rijksstudio voor het maken van een meesterwerk hebben wij ons laten inspireren door de geschilderde stadsgezichten uit de collectie van het Rijksmuseum. Dit doek van Gerrit Adriaensz Berckheyde in het bijzonder. Als stedenbouwkundige analyseren wij de stad op ooghoogte en zoeken wij in onze ontwerpen naar een fundamentele vorm van bestendigheid die eeuwen mee kan. De stad als palimpsest.

Om deze te communiceren brengen we ons publiek naar de vermeende werkelijkheid. Naar een stadsdeel, een levendige straat, of een verkeersknooppunt dat alleen nog op papier bestaat. Welk standpunt kies je, om de toeschouwer de gecreƫerde wereld te laten ervaren? Zweven we boven de straat of staan we op het trottoir? Welk zonlicht is geschikt; juli, op het eind van de dag of juist februari in de ochtend? Op zoek naar welke illusie van de werkelijkheid de juiste boodschap in zich draagt. De waarneming als stille getuige.

Als bewerking op de het schilderij van Gerrit Adriaensz Berckheyde is de confrontatie gezocht met het huidige stadsbeeld. Om te kijken hoe dit beeld van de schilder er anno nu bij ligt, hebben wij de exacte positie van het schildersdoek opgezocht. Deze blijkt ruim boven de toog van de brug te liggen en midden tussen de tramrails. Dat zou kunnen kloppen, want in 1882 is de brug verlaagd en flink verbreed ten behoeve van het verkeer. Met de digitale stafkaart van Amsterdam is het perspectief ontleed om de lens te kunnen bepalen. Toch komen de beelden niet exact overeen. In het schilderij zijn de panden in de bocht in verhouding opgeblazen om zo waarschijnlijk het accent van de bocht te versterken.

Het hedendaagse gebruik van autoverkeer en toerisme vormt een aanvulling op het schilderij. Dit levert een intrigerende samensmelting op. Passanten lijken het stadsbeeld achteloos te passeren. Zij zijn de acteurs geworden in het straatbeeld. Waar we in het Rijksmuseum als toeschouwer juist schouder aan schouder staan met de blik gericht naar dit beeld van de gracht kunnen we in werkelijkheid genieten van ons acteurschap in dit stedelijk landschap en hebben we de luxe er achteloos aan voorbij te lopen.