Het succes van de Nederlandse planologische traditie onderstreept haar intrinsieke onschuld. De idee van het Groene Hart in de achtertuin van de grote Nederlandse steden wordt het volmaakte alibi voor een voortgaande en ongestructureerde ontwikkeling van nagenoeg al het beschikbare grondgebied buiten dit reservaat. Dit alles wordt dan gevoed door een snelwegennet dat als een verpauperde tweebaansweg tegelijk fungeert als rijksweg en als een soort stedelijk dijkweggetje.
Beetje bij beetje wordt de ongerepte tuin van het Groene Hart nu ook zelf in bezit genomen door uitdijende steden, die almaar doorgroeien zonder een bredere visie die verbanden legt tussen de pas ontstane centra. De ultieme, maar steeds vooruitgeschoven vraag of het samenraapsel van vier grote steden zelf eigenlijk we! een metropool is, laat alle ruimte voor verschillende interpretaties.
Uit ons voorstel voor maagdelijk Nederland zal een Randstad-agglomeratie worden geboren die wordt gevoed door een uitgebreid stelsel van secundaire wegen. Alie steden zijn gemakkelijk bereikbaar via een groot aantal boulevards: deels nieuw aangelegde, deels verbrede plaatselijke wegen, deels gedevalueerde voormalige snelwegen zoals de A44 en de A13. Deze boulevards vormen de stimulans voor een nieuwe, coherente stedelijke groei, die resulteert in een grote, coherente metropool.
Alie andere snelwegen gaan dee! uitmaken van lange verkeerscorridors. Vee! afritten verdwijnen dan ook om het snelverkeer meer ruimte te geven. In grote gebieden,aan weerszijden van deze autosnelwegen wordt niet gebouwd; bestaande gebouwen op industrieterreinen blijven staan totdat ze zijn afgeschreven. Het Nederlandse erfgoed van historische steden, waterbouwkundige monumenten, kassen en andere geisoleerde architectuurobjecten met unieke landschappelijke kenmerken die herinneren aan het verleden, met hier en daar een bos, een weiland en bloeiende velden: dit getuigt samen van een door de mens geschapen maagdelijkheid.
Henk Hartzema, introtekst Internationale Architectuur Biennale Rotterdam, 2003