Street Fascination

Leestijd: 0,5 minuten

Keer op keer blijkt het niet makkelijk om in een paar woorden uit te leggen waarom de straat voor mij zo’n spannend thema is. Goed, ik kan zeggen dat de straat de stad en haar inwoners vertegenwoordigt, dat is waar. Het is ook waar dat sociale verhoudingen in de architectuur van de straat worden weerspiegeld. Maar zodra deze bewering moet worden onderbouwd en in detail moet worden beschreven, lijkt het verhaal op te raken en niet opgewassen tegen zijn taak.

In de aanloop naar dit onderzoek verwoordde Rogier van den Berg het zo. Ik moest even stoppen en nadenken. Gelukkig vergeleek hij het met wanneer ik mijn ideeën voor de straat mondeling uiteenzet. Dan lijken er verbanden tussen thema’s als vanzelf te ontstaan, illustreren voorbeelden een moeilijk voorstelbare theorie en wordt de straat een hele wereld. Blijkbaar komt het verhaal van de straat niet naar voren in een goed geconstrueerd theoretisch kader, is het minder gepolijst en veel kleurrijker. Met andere woorden, het spannende aan het verhaal van de straat is misschien niet dat het de waarheid vertelt, maar dat het een perceptie onthult, dat het is hoe ik het zie, hoe ik het op mijn eigen manier zie. Als dat het geval is, opent zich een geheel nieuwe werkelijkheid: de werkelijkheid van de waarneming – de manier waarop de dingen door ons worden waargenomen. De werkelijkheid bestaat niet als zodanig, het is wat we er zelf van maken.

Deze conclusie is natuurlijk een enorme opluchting. Het wordt precies wat een ontwerper drijft: betekenis geven aan de dingen die je maakt, weten dat er een gemene deler is tussen wat mensen verwachten of verwelkomen, maar dat er ook op dit vlak grote individuele verschillen zijn. Voor een ontwerper is de functie van een ruimte dus nooit beperkt tot wat ze is, maar is ze altijd wat we ervaren dat ze is.

Wat de een gezellig vindt, vindt de ander claustrofobisch, maar het is dezelfde ruimte. Wat de ene cultuur als normaal beschouwt, wordt door de andere als exotisch beschouwd. Wat vroeger als waardig werd beschouwd, kan nu autoritair overkomen. Of een ontwerper zich er nu van bewust is of niet, het gaat hem om de impact van het ontwerp op de gebruiker. De ontwerper draait aan de knoppen van de waarneming en kan beslissen of de gebruiker krijgt wat hij denkt of niet, of iets solide of vernieuwend oogt, past in de conventies of er bewust van afwijkt. Gebruiken en modes komen en gaan.

De vraag naar betekenis heeft me altijd enorm geïnteresseerd omdat het de dynamiek van het raakvlak van object en persoon beschrijft. Daar gaat het om, daar doen we het voor. De rest – de dogma’s en theorieën – zijn goede bedoelingen, of goed gekozen instrumenten.

Deze logica van perceptie geldt in het bijzonder voor de stad. Het gaat hier immers niet om individuele voorkeuren of standpunten, maar ook om gedeelde ervaringen en uitdrukkingen. Ook hier is er sprake van bewuste of onbewuste sturing in de manier waarop de omgeving wordt ervaren. In tegenstelling tot een object of een gebouw is de stad over het algemeen niet het resultaat van de keuze van één individu, maar van de som van vele individuen over een langere periode. De resulterende complexiteit is alomvattend en daardoor intrigerend.

Dat brengt ons terug op de straat. Ondanks alle verschillen in plaats en tijd, economie, topografie en klimaat, is er één constante in elk dorp, elke stad en elk dorp, en dat is de straat. De straat is origineel, universeel, en is van iedereen. Straten vormen een netwerk, de som van alle straten vormt de stad. Omdat niets betekenisloos is, geven de straat en het netwerk van straten uitdrukking aan de collectieve intenties van een stad. De collectieve intentie kan het gevolg zijn van de acties van vele individuen, of kan het resultaat zijn van de tussenkomst van een enkele persoon.

Omdat de basis van de straat altijd en overal hetzelfde is – een lineaire ruimte begrensd door twee wanden, een begin en een einde – is het een ideaal object om te bestuderen. Wat we zullen zien is dat, ondanks de eenvoudige overeenkomsten, geen twee straten hetzelfde zijn. De breedte van de straat, hoe de straat begint en eindigt, en hoe de bebouwing zich verhoudt tot de straat wordt telkens opnieuw bepaald. Dit document gaat over mijn fascinatie voor het fenomeen straat. Ik probeer te laten zien wat een straat ons kan vertellen. Het zijn observaties die niet uitputtend bedoeld zijn, maar die aanwijzingen geven voor de vele manieren waarop het straatbeeld kan worden beïnvloed.

 

Henk Hartzema, inleiding Summer Sketchbook, juni 2009