In de ruimtelijke ordening schuurt het al een tijdje, geen wonder na vijftig jaar zonder nationale plannen. We vinden dat het land verrommelt en de Randstad vol is. En dus is de eerste reflex om richting de overheid te wijzen: grijpt in! Eerder schreef ik al premier Rutte om te appelleren aan zijn liberale inborst. Zonder vastigheden (lees: plan) zijn we stuurloos en dus onvrij, probeerde ik.
Ook heb ik vergeefs een zienswijze ingestuurd op de Nota lnfrastructuur en Ruimte die koerste op decentralisatie en deregulatie. De naïeve arrogantie om de boel de boel te laten, een onnadenkende luxe die alleen gepermitteerd kon warden omdat de Randstad toevallig een gespreide metrapool is, waarin de ruimteclaims elkaar nog verdragen.
Nu, tien jaar later, schieten experts wakker en roepen in koor dat er iets moet gebeuren. Onder andere omdat er vanwege een woningtekort een miljoen huizen moeten worden bijgebouwd.
Maar sinds de Tweede Wereldoorlog doen we niet anders. Het geruststellende landschap, dat biljartlaken van ons, dat zo magnifiek werd onderhouden door boeren en waterschappen, is straks niet meer. De pastorale buffer die de illusie in stand wist te houden van autonome steden en eigenstandige lokale beslissingen. Die ons de weldaad schonk om niet te hoeven kiezen, omdat de ruimte altijd nog wel iets kon terugplooien zonder dat we van ons geloof hoefden te vallen. Die leegte die van ons land een wereldwonder van planning maakte, terwijl we feitelijk vooral state-of-the-artwijken en -buurten ontwierpen en deze tot een lappendeken aan elkaar regen. We konden doorborduren op onze woongemeenschappen, het behaaglijke comfort van gelijkgestemden en tevreden vakmanschap, in de wetenschap dat onze achtertuin in goede handen was.
Maar hoe anders is het nu. Die miljoen woningen zijn peanuts vergeleken met de territoriumdrift van energie, klimaat en logistiek. De roep om centrale regie wordt luider, we moeten weer een minister van Ruimte aanstellen. Maar trap er niet in mensen! Ga hiervoor liggen; het is een tandeloze tijger. Zolang regeren niet meer is dan op de winkel passen, zolang het om efficiency en doelmatigheid draait en zolang niet het welzijn van de mens, laat staan onze planeet, centraal staat, de grand handelswaar is en we geen idee hebben waar het met onze maatschappij naartoe moet, heeft een mogelijke minister van Wonen of Ruimtelijke Ordening geen idee wat hij/zij moet doen. En als hij/zij dat al weet en op eigen kracht een vergezicht ontwikkelt, dan nog zullen alledaagsheid en praktische bezwaren hem/haar terugdringen in het korset van middellangetermijnplanning en middelmatigheid. Zander waarden is beleid weerloos.
Ons land staat voor grote vraagstukken. Die warden niet lokaal bepaald en, gek genoeg, ook niet door Brussel. Gezondheid, onderwijs, jeugd) zorg, rechtszekerheid en ook ruimtelijke ordening; het zijn allemaal thema’s waarop we zijn afgegleden, maar waar we nog wel zelf over gaan. Het enige dat nog nodig is, zijn Nederlanders die een bevlogen overheid eisen en zich niet laten afschepen met middelmaat. Een bevolking die van de overheid visie en vastigheid verlangt. Niet om meer gebonden te zijn en alles vast te leggen, maar om vooruitgang te boeken en ons weer vrij te laten voelen.
Henk Hartzema, Blauwe Kamer, februari 2021